Blog Jeff Wadt: Stadsmentaliteit
We voelden het onmiddellijk aan. Wij waren gekleurd door biblebelt. Zij waren van God
los. Grof in de mond, te stoer. Wij waren ingehuurd door de gemeente Arnhem, van het
platteland. Zij behoorden tot het vaste personeel, van de stad. Wij zaten er apart. Ik
niet.
Ik vond het heel stoer bij hen te horen. Ik probeerde het zo gewoon mogelijk te doen,
maar moest mijn uiterste best doen om me aan te passen.
Het was een avontuur. De stad was opgedeeld in wijken, aan het begin van de dag
verdeelde de opzichter de wijken over de werknemers. Ik werd meestal ingedeeld bij
de vuilophaaldienst, hard werken. De eerste keer dat ik in de hoerenbuurt aan het
werk gezet was herinner ik me nog goed. Het was niet mijn wereld maar het maakte
veel indruk. Het voelde als het binnengaan van een verboden paradijs. Het was
verboden, ik voelde me schuldig dat ik ervan genoot. Ik wist wel dat hier een en ander
niet deugde. Maar het fascineerde me ook, voor deze mensen gold er een heel andere
werkelijkheid dan voor mij. Als ik de keus zou hebben, welke zou ik kiezen?
Ik ging daar over nadenken, nadat mij het volgende overkwam. Ik rende met
een collega achter de vuilniswagen. We smeten de zakken in de laadbak, in die tijd
waren er nog niet veel containers. Soms lag er tussen het afval iets van waarde. Ik zag
iets liggen wat mijn aandacht trok. Het bleek een ouderwetse wereldontvanger,
houten behuizing, groot frequentiebereik, zag er netjes uit. Ik prees mezelf gelukkig
dat ik de eerlijke vinder was en plaatste het toestel veilig onder de bijrijdersstoel. Toen
ik naar huis zou gaan wilde ik het apparaat meepakken, het was weg. Ja, dacht ik, dat
had ik hier in de stad kunnen verwachten.
We reden naar de stort. De chauffeur was, net als andere ‘stadse’ collega’s,
zeer bedreven in het rijden door de chaotische stadsdrukte. Wat gebeurt: een
personenauto voegt fout in. We schoten in de remmen, tevergeefs. De personenauto
was fors beschadigd. Er stapte een erg geschrokken vrouw uit, ze bleek ongedeerd.
Wij stapten ook uit. De chauffeur was helemaal uit zijn doen. “had ik het maar net iets
eerder gezien”, herhaalde hij. De politie was snel ter plaatse inclusief een ambulance. De chauffeur rookte in nog
geen tien minuten drie sigaretten. “Als ik het een enkele seconde eerder had gezien
was het niet gebeurd.” Er hoefde niet veel meer te gebeuren dan geschrokken mensen gerust te stellen. Een politieagent moest erg zijn best doen om de chauffeur te overtuigen dat hem hier niets te verwijten viel. Maar ik was weer wat minder wereldvreemd.