Jeff Wadt: Hondcontact
Als kind had ik een hond. Een mooie Duitse herder, die samen met mij opgroeide. Ik speelde ermee, vocht ermee, leerde hem trucjes, nam hem mee door de weilanden en over de weg. Het was een trouw en zeer toegewijd maatje. Ik was er zeer aan gehecht, beleefde er ontzettend veel plezier aan. En het was niet alleen de moeite waard maar ook heel leuk om voor het dier te zorgen.
Bij mijn thuis zie ik een stel vaker lopen. Een man en een vrouw, beiden op leeftijd. Hoewel ik het ze nooit gevraagd heb, zonder twijfel een man en zijn vrouw. Ik schat dat ze zo’n twee tot drie keer per dag langs komen wandelen. Hun wandeling is een gezond ommetje. Dat ommetje kunnen ze niet onderuit, want ze hebben altijd een hondje bij zich. Het hondje is weliswaar kleiner van stuk dan het dier wat ik opvoedde maar heeft uiteraard wel dezelfde aandacht nodig. ‘
Nu gebeurt het dat ik net mijn woning verlaat terwijl ze op hetzelfde moment langswandelen. Ik sta bij mijn fiets, het hondje komt naar me toe, springt tegen me aan, likt en is enthousiast. Dan kan ik natuurlijk niet anders dan zijn kopje strelen, hem aaien, aanhalen. Ik zeg: je hebt een gevaarlijke wolf meegenomen, waarop hij reageert: dat valt nog wel mee, hij wordt niet groter meer. ‘t Is wel een mooie, zeg ik, ik krijg er zin in er ook weer één aan te schaffen. En als vanzelf wordt er meer gezegd, komen we in contact. En natuurlijk kom ik die mensen vaker tegen, ook ergens anders in de buurt, bijvoorbeeld als ik ze toevallig passeer wanneer ze wandelen, met uiteraard hun hondje. En dan komt het regelmatig tot een praatje.
Iemand die ik vaag kende zag ik vaak alleen. Op een zeker moment zag ik hem met een hond. Een hele mooie Duitse herder, het soort waar ik veel van hou. Zo, zei ik, je hebt een hond aangeschaft. Hoe ben je zo op dat idee gekomen? Nou, antwoordde hij, op advies van de psychiater. Ik vertelde dat ik me wat eenzaam voelde, de arts gaf me het advies een hond aan te schaffen. Want als je een hond bij je hebt is dat voor veel mensen een reden je aan te spreken. De hond is daarvoor een goede aanleiding. Het helpt mensen over de drempel om wat tegen je te zeggen. Dus maak ik daardoor gemakkelijker contact. Ik begreep hem helemaal.
Ik wil voorlopig geen huisdieren meer. Maar als ik me op zeker moment eenzaam genoeg voel schaf ik vast en zeker een hond aan.