Blog van Jeff Wadt over ‘Week tegen eenzaamheid’
Ik stapte het archief van de bibliotheek in. De archivaris pakte een bakje koffie, ik vroeg haar: ‘Je vindt het nog steeds leuk hier?’ ‘Het bevalt me prima.’ ‘Maar vind je het niet saai, je bent de hele dag alleen met maar heel af en toe een bezoeker?’ ‘Nee hoor, ik red me zo goed, lekker rustig.’ ‘En als je dan thuis komt, heb je thuis iemand?’ ‘Dat heb ik helemaal niet, ik woon alleen.’ ‘Maar ben je dan thuis ook altijd alleen?’ ‘Meestal wel’. ‘Maar het bevalt je?’ ‘Zeker, ik kan me heel goed redden, ik kan alles zelf, daar heb ik geen anderen voor nodig. Als ik thuis ben kan ik doen wat ik zelf wil. Ik kan koken, het huis schoonhouden en houd ook nog tijd over voor hobby’s.’ ‘Maar als je straks oud wordt heb je helemaal niemand, wat dan?’ ‘Dat hoort bij het ouder worden, maar nu is dat nog helemaal niet aan de orde, ik vermaak me prima.’
Ik stapte een kroeg waar ik af en toe kom binnen. Bestelde een spa rood. Toevallig kwam ik naast een man te zitten die ik de laatste keren dat ik er was ook had gezien. Ik betaalde met groot geld, €50,-. De man: ‘Jij berooft de kassa van al zijn kleingeld.’ Ik: ‘Maar als het gezellig is ga ik een gedeelte terugbezorgen. Kom jij hier elke vrijdag, ik zie je dan steeds?’ ‘Nou, ik kom hier elke dag als ik uit mijn werk thuis gegeten heb.’ ‘Heb je thuis niemand dan?’ ‘Ik ben gescheiden, mijn vrouw en mijn kinderen willen me niet meer zien.’ ‘Oké, heftig.’ ‘Ja, wat moet je dan thuis doen?’ ‘Weet ik niet, eten klaarmaken, de boel schoonhouden, een hobby.’ ‘Maar ik voel me dan zo alleen.” ‘Eenzaam?’ ‘Ja.’ ‘En als je dan steeds hier naar toe gaat heb je mekaar toch ook niets meer te vertellen?’ ‘Klopt, maar je bent dan tenminste niet alleen.’ ‘Dus je wilt het hier nog lang volhouden?’ ‘Ik vrees van wel, ik moet niet denken aan mijn oude dag, als ik misschien zelfs dit niet meer heb.’
Ergens in het midden van deze twee beschreven portretten, uitersten, bevinden zich de meeste mensen. Sociale behoeften zijn verschillend, wat voor de één voldoende is, is voor de ander veel te weinig. De overheid mikt de laatste tijd op gezondheid. De man in de kroeg lijdt ernstig aan zijn eenzaamheid en weet daaraan niet te ontsnappen. En bij het ouder worden wordt de kans op eenzaamheid groter.