Blog van Jeff Wadt: ‘Ooh, cd?’
Ik liep de winkel in zonder een mandje te pakken. Ik haalde hier enkel mijn stamppotten en wat daarbij hoorde. Vaak zag ik nog iets liggen wat ik ook mee nam. Meestal liep ik 2 tot 3 keer terug als ik iets weggepakt had. Want ik controleerde voor de zekerheid altijd even of ik iets netjes weggepakt had. Wellicht had ik iets anders omgestoten of verplaatst zodat een sticker van een artikel niet zichtbaar was, niet zichtbaar voor de verkoop. Of erger, het kon losraken uit z’n plek en in het pad terechtkomen. Gruwelijk, iemand op leeftijd kon op zijn minst zijn beide benen breken, allemaal mijn schuld. En als ik in een slechte bui was liep ik alle plekken waar ik iets weggepakt had nog eens heel langzaam langs voor de volle 100% zekerheid. Want er waren nog allerlei kleinere gevaren waar ik voor op mijn hoede moest zijn en die tot mijn verantwoordelijkheid behoorden.
En hoewel ik meende dat ik dit absoluut moest doen, omdat ik anders extreem angstig werd, schaamde ik me toch heel erg. Dit is dwang. De moeilijke naam is OCD, obsessief compulsieve stoornis.(Obsessive Compulsive Disorder) De onweerstaanbare neiging tot het verrichten van zinloze en overbodige handelingen en het dito bezig zijn met gedachten.
Bepaalde dingen wil je graag wat privé houden. Bijvoorbeeld omdat ze anders teveel uitleg nodig hebben. Dit geldt zeker voor dwang. Het wordt moeilijk begrepen en degene die eraan lijdt is zich ook wel degelijk bewust van het niet rationele van zijn aandoening. Hij of zij schaamt zich. Dat zal ook de reden zijn dat er veel meer mensen aan de aandoening lijden dan je op het eerste gezicht zou denken.
Ik wandelde met €5,- aan boodschappen pas een kwartier later de winkel uit. In de passage hoorde ik naast me: “Goedemiddag meneer.” “Ook goedemiddag”. Ik keek naar links, naast me liep een jongeman die zojuist bij de kassa met me afgerekend had. Apart. Hij zei: “Het valt ons op dat u regelmatig lange tijd in de winkel aanwezig bent en voor maar een heel klein bedrag meeneemt.” “Dat klopt”, zei ik. “Heeft u iemand bij u, een wat kleine licht getinte mevrouw?” “Ik ben altijd alleen.” “Waarom loopt u dan zo lang in de winkel en loopt u vaak heen en weer?” Ik dacht: het gaat je niets aan en ineens kreeg ik een mengeling van schrik, schaamte en boosheid. Hij wilde me spreken omdat hij dacht dat ik met diefstal bezig was. Hoe was het mogelijk, juist datgene waar ik het zo moeilijk mee had en wat winkelen zo’n klus maakte wees me aan als iemand die niet deugde. Ik trilde over mijn hele lijf, we liepen verder. Hij liet me gaan. Anders kon ook niet, want ik jat nooit. Zelfs deze hondsbrutale man zou dat op geen enkele manier kunnen bewijzen.
Het kostte me een aantal dagen hier overheen te komen.
Jeff Wadt
(Wadt staat voor Werken Aan De Toekomst)