Blog: Buiten
Begin van de middag, vlak na de lunch. De motormaaier sloeg af. Wilde ook niet meer starten, ik keek, de brandstof was op. Ik haalde de jerrycan benzine uit de bestelbus. Terwijl ik bijtankte in de straatberm zag ik een grote auto langzaam aan komen rijden. Lang geleden, een toen al oude Peugeot 6 serie. Ik controleerde de mesjes van m’n maaier, de wagen stopte pal naast me. Die wil wat vragen, wist ik. Ik stak een sigaret op. Er stapte een wat oudere man uit, ouderwets eenvoudige kleding. Was enkele dagen niet geschoren, had een heel vriendelijke uitstraling. “weet je waar winkel De Edelsteen is?” vroeg hij. “Jazeker”, zei ik, “ik zal het u even uitleggen.” Hoewel het een wat ingewikkeld verhaal was snapte hij het snel. Maar hij ging nog niet weg. “Hoe bevalt dit werk je?”, vroeg hij. Ik vertelde hem dat ik het heel prima vond, vooral omdat ik met verschillende machines werkte en het ook heel interessant vond om te weten hoe ze werkten. Dat ik een fascinatie voor de logica van de techniek had. “Ik zou ze wel willen leren repareren”, zei ik. “Waarom doe je dat dan niet?” vroeg hij. Ik gaf hem te kennen dat ik nog een opleiding in die richting volgde. Hij trok de conclusie dat ik hier vakantiewerk deed, wat ik beaamde. “In de mooiste tijd van het jaar werk ik buiten, ik kleur bij en het levert me ook geld op, heel anders dan een zon, zee, strand vakantie.” Er ontstond een gesprekje, hartstikke leuk.
Ik drukte mijn peuk uit, we waren ruim vijf minuten verder. Er moest nog aardig wat gebeuren deze middag. Ik zei: “ik moet weer aan de slag, ik word goed betaald en dan mag de baas ook wel wat aan me hebben. “Hij kijkt toch niet met je mee”, zei de man. Ik vertelde dat dat niet uitmaakte, dat ik gewoon mijn werk deed ook als er geen controlerend persoon was. Ik startte mijn maaier en die begon behoorlijk lawaai te maken. Daarmee was elk gesprek onmogelijk geworden. De wat oudere man stapte in zijn grote oude auto en reed weg.
Aan het einde van de middag gingen de gereedschappen de bus in, we reden naar de werf. Een gedeelte van de gereedschappen werd in enkele loodsen opgeborgen, dat wat onderhoud behoefde werd in de ruimte van de monteur gezet. Ik liep naar de kantine voor nog een laatste bak koffie. Wat schetst mijn grote verbazing: zie ik daar de oudere man uit de oude grote Peugeot over het terrein wandelen. Ik vraag een collega: “wie is die man, ik heb hem vanmiddag gesproken bij het berm maaien.” “Het is een van de directeurs, samen met zijn broer is hij eigenaar van dit bedrijf.”
Dat had ik helemaal niet verwacht, want die broer kende ik als een in stemmig maatpak geklede man.
Wadt staat voor: Werken Aan De Toekomst