Blog Jeff Wadt: Gevalletje
Ik liep vanaf de fietsenstalling via een binnenpad richting de winkelstraat. Ik had wat haast, wilde iets kopen en het was bijna sluitingstijd. Mijn oog viel plots op iemand die voorover op de straat lag. Even had ik de rare gedachte dat het een pop was van de Bedrijfshulpverlening.
Er was verder niemand, ik kreeg het onaangename besef dat het nu misschien tijd voor mij was om actie te ondernemen. Ik had al haast en wist niet wat te doen. Ik heb liever dat niet ik maar andere mensen dit soort situaties tegenkomen.
Dichterbij gekomen zag ik dat de persoon slecht gekleed was en met het gezicht pal op straat lag. Een zwerver, dacht ik, compleet dronken. Het was nog koud ook. “Zeg, sta eens op”, zei ik. Er gebeurde weinig. Ik, wat harder: “sta op, je kunt hier niet op straat gaan liggen” De armen kwamen wat onder het lijf, het gezicht werd zichtbaar. Tot mijn verrassing bleek het een vrouw, een vrouw op leeftijd. Ze had niet alleen grijs haar, ook haar gezicht oogde grijs, zelfs haar kleding, wat me nu ineens extra opviel. Ik dacht: hoe kan het dan dat ze hier ligt? Het antwoord kwam ongevraagd: “ik ben hier niet gaan liggen, ik ben gevallen” “Gevallen, hoe kan dat dan?” vroeg ik, “heeft u soms last van flauwvallen of van epilepsie” Ze gaf te kennen dat dat niet het geval was, ze was gestruikeld over een straatsteen. Het stelde me wat gerust, ze zou dan niet zomaar weer vallen.
Inmiddels zat ze half op haar knieën, ik vroeg haar: “moet ik je overeind helpen, of lukt het je zelf.” Het leek me beter als ze zelf zou opstaan, mocht ze iets gebroken hebben, op die leeftijd heel normaal, dan zou het haar zelf niet lukken. Dan zou ik 112 bellen, misschien zou ik meer kwaad dan goed veroorzaken door haar op haar benen te zetten.
Moeizaam stond ze op. Maar ze stond. Ze pakte haar tasje van de grond. Het leek allemaal mee te vallen. Ze bleef staan. Ik zag een bankje, “misschien kunt u even op het bankje gaan zitten,” opperde ik. Ze liep richting het bankje, ze ging echter niet zitten maar liep verder. Ze liep vrij snel, alsof ze zich schaamde voor wat er gebeurd was. Ze liep om de hoek van de stalling en was uit mijn zicht. Het viel me op dat ze in de andere richting ging als waar ze naartoe gevallen was. Waarschijnlijk was ze van plan geweest te gaan winkelen maar zag ze daar nu van af.
Ik haalde opgelucht adem. De onverwachte vervelende klus was met succes afgerond. Ik zou er achteraf geen last van hebben.
Wel wat vervelend: inmiddels was de winkel waar ik naartoe wilde gesloten en dus moest ik mijn aankoop uitstellen tot een andere keer.