Blog: Juno
Ik kende haar vanaf haar geboorte. De negende op rij, de laatste die werd uitgepoept. Ik zag het gebeuren. Ze was opvallend donker en de kleinste van het gezin. We noemden haar Juno. Ze was, zeker ook de eerste tijd, bijzonder schattig. Ze had dikke pootjes en een stompe snoet, dribbelde tussen haar broertjes en zusjes heen. Prachtig. Toen ze acht weken was werden haar broertjes en zusjes verkocht. Ze brachten allemaal tussen de veertig en vijftig gulden op. In die tijd waren jonge boerderijhonden niet veel waard. Maar het nakomertje, wat inmiddels een groeispurt gemaakt had, hielden we zelf.
Het was een fanatiek en mooi dier, ik nam haar elke dag mee de weilanden in. We gingen naar de beek, zaten er, ik liet haar kunstjes doen, liet haar in het water belanden. We stoeiden op het gazon, rolden over elkaar heen, soms gooide ik Juno van me af, legde haar klem, liet haar hard rennen of een stok apporteren. Ze was waaks en als iemand ook maar enigszins bedreigend voor me was, wilde ze me beschermen. Als de buurjongens over ons erf kwamen, wat ik niet wilde, stuurde ik haar achter ze aan. Dan bleek dat ze heel hard konden fietsen. Als de kruidenier de boodschappen kwam bezorgen pakte ze hem bij de pols. Ze liet pas los als ik dichterbij kwam en haar het bevel gaf los te laten. Het was mijn hond en ze luisterde naar mij, niet naar iemand anders. Als ik niet van huis was, was de hond bij me.
Ik werd wakker en Juno was er niet. Ze kwam altijd direct als ik opstond. Ik vroeg me af hoe dit kon, ik ging zoeken. Nergens te zien, paniek overviel me. Mijn moeder stond bij het aanrecht, ik vroeg: “waar is de hond?” Die is verkocht, papa heeft hem verkocht. Ik vloekte hardgrondig, iets wat bij ons thuis verfoeid werd. Deze keer kreeg ik geen berisping. “Waarom doet papa zo idioot om die hond te verkopen” schreeuwde ik. “Hij wilde hem ook niet verkopen,” zei mijn moeder, “maar hij vroeg er, na aandringen van de koper 200 gulden voor, hij had nooit verwacht dat die dat ook zou willen betalen. Toen kon hij niet meer terug.”
Ik was kapot, zelfs een fiks aantal dagen compleet van slag. Ik heb de hond nog een tijdje gevolgd, niet meer gezien. Ze is van fanatiek vals geworden en op zevenjarige leeftijd overleden, euthanasie. Ze was niet meer te handhaven.
Jeff Wadt