Blog van Jeff Wadt: ‘Voyeur’
De verjaardag van mijn zus was voorbij en mijn jongste broer bracht me met de auto naar de bushalte. Net op tijd waren we er, mijn broer zag in de achteruitspiegel de bus al naderen. Ik stapte uit en in. Checkte in en keek alvast de bus in. Twee mensen. Bewust achter die twee zette ik me neer. En bewust links van de rechter rij. Zo had ik optimaal zicht naar buiten en kon ik de medepassagiers in de gaten houden. De motor liep bijzonder prettig, iets wat ik als autoliefhebber erg waardeer. Geheel aangepast aan deze tijd pakte ik mijn smartphone om wat afspeellijsten te beluisteren. Maar ik was dat vrij snel zat en besloot me te wijden aan het observeren van mijn lotgenoten.
Voor me zat een man die wèl gemotiveerd bezig was met zijn smartphone. In een rap tempo was hij aan het vegen en de schermpjes vlogen voorbij. In zijn oor zat een modern kop telefoontje, ik vermoed van Apple.
Op de stoel vlak voor me rechts zat een dame die naar beneden keek. Ik kon er zo niet veel van zien, maar ze leek van mijn leeftijd.
Ik keek weer naar de man die zo druk met de smartphone was en zag dat de veter van zijn rechterschoen los zat, er hing een heel stuk. Niet handig dacht ik, hij zou erover kunnen vallen, zal ik er wat van zeggen? Maar ik durfde niet zo en bedacht dat we op een lang stuk zonder haltes reden en ik er dus nog even over na kon denken. Het leek me dat hij de losse veter toch ook in de gaten moest hebben.
De vrouw rechts voor me was met iets anders bezig gegaan en ik boog me wat voorover om te zien wat het was. Het bleek dat ze op een fikse laptop door tekst, met af en toe een plaatje, aan het scrollen was.
Het belletje ging en jawel, het stoplampje brandde. Mijn losse veterman stapte uit. Ik vond dat hij er niet erg benaderbaar uitzag en besloot hem daarom niet te wijzen op zijn losse veter. Hij stapte naast me langs naar buiten. Even twijfelde ik nog en toen was het te laat.
De nog kort resterende tijd in de bus kon ik besteden aan de dame. Ik boog me weer wat voorover, nu om te zien waar haar teksten over gingen en snapte er niets van. Veel Engels en veel ingewikkelde termen. Niet bepaald een collega van mij, bedacht ik.
Toen stapte zij uit, ze draaide zich om richting buiten. Ik lette even niet op, ik kon het niet meer voorkomen, ze had me in de gaten.
Onze blikken kruisten elkaar.
Ze glimlachte breed en ik kon niet anders dan die glimlach beantwoorden, hoewel ik dat niet wilde. Het was een zeldzaam soort van herkenning, een diepe liefde die 4 seconden geduurd heeft.
Ze stapte uit en ik wat later ook.