Column: Maurits aan het woord – Wat moet ik met een six-pack?
Dagelijks biedt Riwis zorg en begeleiding aan honderden cliënten. Dat doen we professioneel op de manier die ons het beste lijkt. Tegelijk is en blijft het belangrijk dat cliënten hierover meedenken en meepraten. Maurits is al jarenlang lid van de centrale cliëntenraad en kent onze organisatie als geen ander. Met zijn brede blik op zorg & welzijn en zijn ervaring neemt hij ons mee in zijn gedachten in zijn columns ‘Maurits – Aan het woord’. Deze keer over sport.
Sport. Iedereen vind het vreselijk belangrijk. Ik vind het vooral vreselijk. Dan zie je ze allemaal rondrennen. Heftig hijgend. Rood aanlopend. Zwetend. Dan denk ik, dat kan helemaal niet gezond zijn. Ik kan me moeilijk motiveren voor sport. Ik ga wel naar de sportschool. Beetje krachttraining. Beetje cardio. Beetje in beweging blijven is wel belangrijk. Maar ik heb er niets mee.
Het is wel belangrijk. Maar je moet het wel zelf willen. Bij mij is de situatie ontstaan dat het standaard moest. Maar het bleef mijn eigen keuze. Het is zelfs levensrekkend ben ik achter gekomen. Maar je moet het nooit verplicht stellen. Als het verplicht is, dan wordt het niets. Je moet jezelf motiveren.
Jonge mensen die ineens heel obsessief gaan sporten. Niet omdat ze er zelf beter van willen worden, maar voor de buitenwereld. Ze zien dan dat ideaal beeld en denken ‘dat moet ik ook’. Ik vind dat wel een heel groot probleem van onze samenleving. De druk om mee te moeten komen met iets dat eigenlijk niet bestaat.
Als ik naar de sportschool ga, dan zie ik allemaal mensen die een beetje een programmaatje afwerken en weer gaan. Je moet er allemaal perfect uitzien. Gepraat wordt er in die sportschool ook bijna niet. Er wordt wel gekeken naar elkaar maar écht sociaal is dat niet. Alleen maar kijken en werken aan dat ideaalbeeld. Dan denk ik ‘Wat moet ik met een six-pack’? Er is geen ideaalbeeld. Het bestaat niet. Het is ook niet gezond om daar de hele dag mee bezig te zijn. Een lichaam is een lichaam. Klaar.
Ook omdat iedereen al zoveel moet. Waar is de grens? Er is ook nog iets als lichamelijke integriteit. Dat je zelf keuzes mag maken. Sporten is al bijna verplicht in de samenleving. Net als niet mogen roken of drinken. Rot op! Als ik ongezond wil leven dan mag dat. Moet ik ook niet gaan klagen als ik wat krijg.
En toch is het daarom ook belangrijk; het is gezond. Ik vind het zo belerend om tegen mensen te zeggen, terwijl ik er zelf helemaal geen zin in heb. Maar weet dat écht sporten eigenlijk gewoon een beetje aanrommelen is. Voor je conditie, zodat je niet te zwaar wordt. Om je spieren in beweging te houden en om je goed te voelen. Het kan je ook helpen bij bijvoorbeeld ontspanning. Je moet er niet teveel over nadenken. Ik zie het nut er wel van in.