Elkaar leren kennen via een Levensboom

Binnen De Beekwal gaan we met bewoners in gesprek over welbevinden. Best een breed begrip. Het gaat er eigenlijk over dat we de bewoner ‘echt’ leren kennen. Wat is voor hem of haar belangrijk. Elke ontmoeting met de bewoner is een kans om een relatie op te bouwen. Via een levensboom wordt bijgehouden wat er speelt, wat er toe doet, wat mogelijk is en waarvoor we willen gaan. Bewoners gaan deze levensboom ook visualiseren en op hun kamer hangen. Zo is meteen duidelijk voor wie langskomt wat voor deze bewoner belangrijk is. Ook locatie Tolzicht gaat hiermee, wellicht in een iets andere vorm, starten.

De eerstverantwoordelijke verzorgende (EVV’er) verwerkt de punten van de levensboom ook in het zorgdossier, zodat de zorgmedewerker die op dat moment bij de bewoner langsgaat ook op de hoogte is wat er speelt en wat belangrijk is.

Gesprekken en visualiseren levensboom

Bij De Beekwal visualiseren de bewoners samen de medewerkers hun levensboom aan de hand van plaatjes of kernwoorden. Het worden echte kunstwerkjes die bewoners op hun kamer hangen, zodat voor een ieder bij binnenkomst gelijk duidelijk is wat belangrijk is voor deze bewoner. Met als uiteindelijke doel: de bewoners nog beter te leren kennen, een moment creëren waarbij er ruimte is voor het goede gesprek en we er een gezellige middag van maken.

Relatie opbouwen

Elke ontmoeting met de bewoner is een kans om een relatie op te bouwen. Met ‘wie wat, waar, wanneer en waarom’ vragen bieden medewerkers de bewoner de mogelijkheid om zelf mee te denken en aan te geven wat voor hem of haar belangrijk is. Om deze gesprekken goed te kunnen voeren volgende medewerkers een workshop welbevinden en oefenen ze gesprekken tijdens rollenspelen. Zo ervaren zij zelf ook hoe zo’n gesprek over welbevinden verloopt. Zij gaan in gesprek over onderstaande acht leefgebieden met bewoners. Hierbij is gebruik gemaakt van het cliënttevredenheidsonderzoek de GWI methodiek (Groninger Welbeing Indicator).

Leefgebieden:

• Plezierig en veilig wonen
  Voorbeeldvragen: Wat betekent dit voor de bewoner, wat verstaat de bewoner hieronder? Waar ontleed de bewoner plezier aan? Hoe is de verhouding vrijheid ten opzichte van veiligheid?
• Lekker rusten en slapen
  Voorbeeldvragen: Slaapt u lekker? Kunt u goed rusten? Slaapt u liever in een warme of koude kamer? Heeft u vaste gewoontes voordat u naar bed gaat?
• Relaties en contacten
  Voorbeeldvragen: Wie zijn belangrijk in leven van bewoner? Wat wil bewoner nog graag? Wat wordt mogelijk gemist of wat is nu moeilijk in contact onderhouden?
• Actief zijn
  Voorbeeldvragen: Wat betekent actief zijn voor bewoner? Wat is daarbij belangrijk? Ervaart bewoner ook beperkingen en zijn er mogelijkheden?
•  Jezelf zijn
  Voorbeeldvragen: Kan iedere bewoner zoveel mogelijk zichzelf zijn? Wat betekent het als je woont in een kleinschalige groep? Voel je dan nog de ruimte?
• Jezelf redden
  Voorbeeldvragen: Wat is belangrijk voor bewoner? Waarin is ondersteuning nodig? Hoe is het voor bewoner om hulp te vragen?
•  Genieten van eten en drinken;
  Voorbeeldvragen: Wat is bewoner gewend? Is eten en drinken belangrijk? Wat is belangrijk; de
  maaltijd, de tafelsetting? Zijn rituelen rondom maaltijd belangrijk?
• Gezond voelen van lichaam en geest
  Voorbeeldvragen: Wat betekent dit voor bewoner? Wat ervaart bewoner? Hoe zou hij of zij zich
  willen voelen en wat is daarbij helpend?