Hoe is het om te werken werken bij een individueel beschermd wonen (IBW) – locatie?
Marise is begeleider B en werkt bij locatie Buiten de Veste individueel beschermd wonen (IBW) in Brummen. Zij werkt al ruim 30 jaar bij Riwis Zorg & Welzijn en heeft ervaring opgedaan op allerlei verschillende locaties en met verschillende doelgroepen gewerkt. Bij locatie Buiten de Veste werkt ze inmiddels 14 jaar. Hoe is het om te werken met deze doelgroep en op deze locatie? Marise geeft een kijkje in haar werk, maar vertelt ook over wat leuk en minder leuk is en wat geloof in eigen kunnen voor haar betekent.
Kun je iets meer vertellen over werken bij Buiten de Veste IBW?
Bij Buiten de Veste voel ik me echt op mijn plek. We hebben te maken met een hele gemêleerde groep bewoners. Er wonen hier 21 cliënten in de leeftijd van 30 tot ca. 75 jaar.
We hebben cliënten met chronisch psychiatrische problematiek (soms ook in combinatie met een licht verstandelijke beperking) maar ook cliënten met een verslavingsachtergrond. Bij psychiatrische problematiek kun je denken aan bijv. Borderline of een ernstige post-traumatische stress stoornis. Een veelvoorkomend probleem in de begeleiding van mensen met een verslavingsachtergrond is het omgaan met terugvallen in hun herstelproces. De vorm waarin we hier nu mee te maken hebben is namelijk echt anders, dan in eerdere jaren. Vanuit het team zijn vragen gekomen en daarom is ons een scholing aangeboden ‘hoe om te gaan met verslavingsproblematiek’. We missen in het team nu nog de ‘know how’ en de middelen en faciliteiten om hier op een goede manier mee om te gaan en dit goed te kunnen begeleiden. Dit is dus best een pittige uitdaging.
Hoe ziet een doorsnee werkdag van jou eruit?
Dat wisselt heel erg per dag. Er zijn ochtend, middag, avond en slaap/nachtdiensten. De middagdienst die ik nu draai is van 12.00 – 20.00 uur. Vandaag is een relatief wat rustigere dienst. Dit verschilt per keer, doordat er grote verschillen zijn in de hulpvraag en problematieken van de cliënten. En verder hebben we te maken met ad hoc situaties waar we op moeten anticiperen.
Via de geprinte zorgagenda kan ik zien wat er sowieso op het programma staat en wat er met cliënten is afgesproken om te doen. Dit werkt heel prettig. Denk aan het toezien op het nuttigen van een maaltijd, het stimuleren om naar de dagbesteding te gaan en hier dan zelf ook een kijkje te nemen, medicatie geven, bespreken wat er gekookt gaat worden met diegene die dit vandaag doet en wie mee-eet en een overdracht met het team. Buiten de agenda om kan er van alles zijn; helpen met tafel dekken of opstarten met koken, omdat het begin toch even lastig is, de apotheek die gebeld moet worden voor verkeerde of te laat geleverde medicatie, cliënten te woord staan die even langslopen met allerlei vragen, problemen of onzekerheden. Dit laatste gebeurt met enige regelmaat.
Wat vind je leuk en minder leuk aan je werk?
Wat ik heel leuk vind aan mijn werk is de afwisseling. Geen dag en dienst is hetzelfde. Bij cliënt 1 moet ik heel anders denken en handelen dan bij cliënt 2 of 3. Soms zit je vol in de adrenaline en soms is het min of meer een gezapige dag. Ook is er een fijne stabiliteit in het team, we willen echt van elkaar leren. Wat ik persoonlijk ook heel fijn vind, is dat er mensen in het team zitten die ervaring van elders meebrengen wat we dan weer goed kunnen gebruiken om dingen eens anders te bekijken of benaderen.
Waar ik echt aan moest wennen en eerst wat minder vond zijn de slaap/nachtdiensten. Ik wilde eigenlijk nooit een slaapdienst doen. Hier voelde ik mij niet prettig bij. En nu ben ik begin 50 en wordt het met onze veranderende doelgroep bij Buiten de Veste toch van mij verwacht…. Ik heb nooit gedacht dat dit ik dit dan toch nog zou gaan doen! Ik voel me echter veilig en ben er nu aan gewend. Dat was echt een hobbel die ik moest nemen. Ik merk wel dat het draaien van slaapdiensten vanwege de grootte van het terrein en ook de veranderende doelgroep voor sommigen een drempel is.
Hoe ervaar je het contact met de bewoners?
Wat ik zo prachtig vind, is dat je echt naast elkaar staat. Dat past ook binnen de visie van Riwis. Soms deel ik met cliënten wel eens wat uit mijn privéleven en laat hiermee ook zien dat wij, als begeleiders, ook ‘gewone’ mensen zijn met onze eigen moeilijkheden. Ik vind de gevarieerdheid en de uitdaging hierin hoe je mensen toch zo goed mogelijk hun eigen regie kan laten pakken het mooist. Ik heb wel moeite met cliënten die alleen maar komen ‘halen’ en Riwis als een ‘chille’ plek zien om te wonen en begeleiding/zorg te krijgen. We merken als team dat er steeds meer cliënten vanuit de verslavingsproblematiek onze kant op komen die nog veel terugvallen hebben, met name in drankgebruik, en (nog) niet zo gericht zijn op een herstel. Wat we als team graag zouden zien is dat we een aparte vleugel kunnen inrichten voor deze groep die toch een ander soort begeleiding en zorg nodig heeft. Dit zou veel onrust voorkomen onder de andere bewoners en het komt dan ook de groepsdynamiek ten goede.
Maar ik hou van waar Riwis in de basis voor staat en vind het heel fijn als ik hier vanuit de cliënt waardering voor terugkrijg en zij dit ook echt zo naar mij uitspreken.
Mooiste ervaring?
Ik heb niet één mooie ervaring, maar wel meerdere. Maar het mooiste is denk ik wel dat je een cliënt echt kan helpen de eigen regie te pakken. En dat een cliënt ook bewust de keuze maakt om voor wonen en begeleiden bij Riwis te kiezen en dat dit niet is opgelegd, omdat het ‘moet’. Iemand wil dan ook echt werken aan herstel. Een cliënt is niet alleen cliënt, maar ook mens. Een moeder, oma, opa, broer…. Heel mooi vind ik het als een cliënt dat ook tegen me zegt: “ik voel me gezien, gehoord en gewaardeerd. Ik word echt als een volwaardig mens gezien.” En vanuit hier kan diegene dan ook de rol pakken van moeder, man of oma. Het is soms een heel traject om hier te komen, maar als dit dan lukt is dat geweldig! De IRB-methode helpt ons hier ook echt bij. Het is zo mooi als je mensen weer in hun kracht ziet komen te staan.
Wat betekent ‘geloof in eigen kunnen’ voor jou?
Mensen zijn zo veel meer voordat ze ooit cliënt of patiënt geworden zijn. Als begeleiding zijn we geneigd veel dingen over te nemen, maar we moeten de cliënt echt aanzetten iets zelf te doen of te regelen. Denk aan het innemen van de medicatie of koken bijv. Hier krijgt iemand zelfvertrouwen van. Met geloof in eigen kunnen, kom je het verst!