In de Kroeg
Ik mag graag af en toe naar de kroeg. Het is een wat vrijblijvende manier van sociaal contact. Je spreekt mensen maar je verbindt je er niet zoveel mee. Verder kent de kroeg een aantal mensen die er altijd zijn. Zomer en winter, soms bijna elke dag van de week. Ook zijn er mensen die je op vaste tijdstippen treft en verder niet. Als je een beetje in de kroeg thuis geraakt bent en je je mensen kent weet je ongeveer wie je wanneer aantreft. Dan heb je altijd wel iemand om mee te praten. Interessant is dat je soms in gesprek komt met mensen die je nog nooit ontmoet hebt. Dat je ergens aanschuift, of dat anderen bij je aanschuiven. Soms kom je in een groep terecht.
Het overkwam me pas. Ik schoof aan bij een groep. Twee onbekenden waren er in gesprek. Vier anderen, waaronder ik, luisterden en keken alleen maar. Alleen het volgen was al interessant genoeg, er gebeurde tenminste wat.
Het ging er wat heftig aan toe. Over stikstof belasting, uitkoop van boeren, natuurbeheer, de wolf en de aanpak van de overheid. Iets waarvan ik wel de klok heb horen luiden maar niet weet waar de klepel hangt. Niet echt een onderwerp om me in te mengen.
Een wat aparte conversatie. Een van de sprekers gaf de ander nog niet de kans zijn zinnen af te maken. Bovendien corrigeerde hij hem steeds. Dat duurde, en de ander begon met steeds meer stemverheffing te spreken en steeds minder blij te kijken. Hij keek bozer en bozer, verbetenheid begon zich in zijn gezicht af te tekenen. Ik voelde met hem mee, hij werd compleet de grond ingeboord. Naar hem werd niet geluisterd, sterker nog, hij werd niet serieus genomen en steeds verbeterd. Wat hij zei waren alleen maar aangevertjes voor de spreker om zijn interessante monoloog te sturen. Van echt contact was geen sprake. Het vervelende was ook nog dat de spreker beter op de hoogte was van de feiten.
Ik vroeg me af hoe ik ermee om zou gaan als me iets dergelijks zou gebeuren. Betweters zijn irritant. Ik denk dat ik volwassen genoeg ben om dan te zeggen dat ik wat minder goed op de hoogte ben en dat ik het er verder niet over hoef te hebben. Of dat ik me op slinkse wijze onttrek aan het gesprek. En in elk geval zal ik niet op zo iemand afstappen als ik hem of haar weer ontmoet.
De boosheid ontaardde in agressie. Bijna werd er geslagen, enkelen rondom grepen gelukkig op tijd in. Een minder leuk einde van een ‘discussie’.