Jeff Wadt: ongewenst contact
Volgens gewoonte pakte ik mijn fiets, naar mijn stamcafé. Volgens gewoonte, ik had niet zozeer behoefte aan een gesprek. Maar toch even uit het alledaagse, even de aandacht op wat anders. Even een soort gezelligheid, zonder er actief aan deel te nemen. Dus ging ik aan het korte eind van de bar zitten, lekker alleen maar met overzicht over het gebeuren. En met een plan, in het eerste kwartier twee zware biertjes om nog wat verder van de dag te raken. En dan nog één biertje waar ik dan een uur over zou doen, genieten van de licht door alcohol gekleurde stemming waar ik me in bevond.
Achter me was ineens rumoer. Een groep jongelui, rond de dertig, geen vrouwen. Nou ja, weinig last van, ik volgde het op afstand, probeerde hun aandacht niet te trekken. Eén van de mannen trok de aandacht in de groep. Hij was dominant aanwezig, ik kreeg de indruk dat hij zichzelf een toffe peer vond. Jawel, hij sprak me aan: kom je hier vaker? Ik vond het geen originele openingszin, had ook geen zin om te praten. Weleens, zei ik, terwijl ik van hem wegkeek. Oh, wij komen uit Rotterdam, was zijn reactie. Ok. We zijn een avond op stap, met de vriendengroep van vroeger. Ok. Hij praatte door, ondanks mijn korte reacties en gereserveerde houding, ik vroeg me af of deze jongen die zo makkelijk contact maakte wel zo sociaalvaardig was. Ik vond een manier om van hem af te raken, ik ga even roken zei ik. Oh, zegt hij, goed plan, ik rook ook. Buiten praatte hij gewoon door, ik vond het ongemakkelijk en toen we weer binnenkwamen besloot ik om mijn rekening eerst maar eens te betalen. De twee zware biertjes had ik inmiddels binnen, maar of het lukte het uur daarna met het éne bier vol te maken leek me gezien deze omstandigheden niet zeker. Als hij zijn aandacht op een ander zou richten zou dat wel lukken, ik hoopte dat zijn belangstelling voor mij zou kenteren. Ik overwoog: is er iets wat ik tegen hem kan zeggen om van hem af te raken. Het enige wat zou werken was onomwonden te zeggen dat ik geen zin had om met hem te praten, maar dat vond ik wel heel bot. Gelukkig kwam de oplossing vanzelf. De mannen moesten de laatste trein halen en zodoende was ik van mijn gesprekspartner verlost. En kon ik het uurtje met het laatste biertje geheel volgens voornemen in aangename rust doorbrengen.