Een kijkje op de werkvloer bij Tolzicht
Cobi werkt op locatie Tolzicht als gastvrouw/woonhelpende. Dit doet zij inmiddels zo’n zes jaar en haar hart is vol van liefde voor de bewoners en haar werk. Hoe is het om te werken met deze doelgroep en op deze locatie? Cobi geeft een kijkje in haar werk.
Een beetje achtergrondinformatie
Cobi heeft een achtergrond als arbeidstherapeut en activiteitenbegeleidster. Maar van jongs af aan heeft ze al een voorliefde voor werken met ouderen. Haar oma woonde in Tolzicht en toen dacht Cobi al ‘hier wil ik zijn en werken’. Nu jaren later is die droom werkelijkheid geworden. Ze solliciteerde op een functie van gastvrouw bij Tolzicht en is hier inmiddels al 6 jaar actief. Je kunt wel stellen dat ze multi-inzetbaar is. “Ik pak graag veel op en wil mezelf ook blijven ontwikkelen. Ik werk als woonhelpende in de huiskamer, maar doe ook verzorgende taken in samenwerking met de zorg.
Daarnaast neemt Cobi vaak het initiatief om, mede door haar achtergrond als activiteitenbegeleidster, iets te organiseren zoals de avondvierdaagse of toneel en muziekmiddagen. Hier haalt ze veel plezier uit en de bewoners ook.
Hoe ziet een gemiddelde werkdag van jou eruit?
Ik draai zowel ochtend als middagdiensten. Bij een ochtenddienst, zoals vandaag, begin ik om 7.00 uur. Tussen 7.00 – 8.00 uur help ik de zorg en assisteer met de ADL bij onze bewoners. Om 8.00 uur zorg ik dat het ontbijt in de huiskamer klaarstaat. We starten de ochtend graag samen met elkaar. Zo zet ik altijd een gezellig herkenbaar muziekje op om op die manier het ontbijt iets te stimuleren. Ik vraag altijd wat iedereen wil eten, ook als weet ik dit inmiddels wel, het is toch belangrijk dit te blijven vragen. Het kan altijd een keer anders zijn. De bewoners waarbij het nodig is, help ik met het smeren van de boterham.
Hierna werk ik de voorraad bestellingen bij, die ook opgeborgen moeten worden in de koeling, vriezer en voorraadkast, en bereid ik alvast de salade voor die we bij de middagmaaltijd serveren. We gebruiken onze warme maaltijd altijd in de middag.
Tussen 11.30 -12.00 uur heb ik dan even pauze. Om 12.30 uur zorgen we dat het eten klaar is en helpen we de bewoners de maaltijd in onze huiskamer (denk aan vlees snijden, helpen met eten) en brengen we de maaltijden rond voor de mensen die niet in de huiskamer eten. Voordat we gaan eten houd ik altijd even een praatje, bijvoorbeeld welke dag en datum het is en wat we kunnen verwachten van het weer op die dag. Daarna houden we een momentje stilte alvorens we aan de warme maaltijd gaan beginnen.
Na het eten brengen we de bewoners die terug willen weer terug naar hun kamer en zorgen we dat de huiskamer weer opgeruimd en schoon is.
Vandaag was een speciale ochtend, want er werden pannenkoeken gebakken. Naturel en met spek. Diegene die kan en wil helpt mee met bakken de tafels dekken.
Vanmiddag hebben we nog een werkoverleg en dan zit mijn dienst erop.
De middagdienst is weer anders. Dan werk ik van 14.00 – 20.00 uur. Om 14.00 uur maken het fruit klaar en verzorgen we de koffie en thee. Graag doen we een spel of wandelen we me de bewoner in de middag. Of we hebben leuke gesprekken. Om 16.45 uur is het tijd om de tafel te dekken en de mensen op te halen die in de huiskamer eten. We helpen waar nodig de bewoners met de broodmaaltijd en na afloop brengen we de bewoners die naar hun kamer willen naar hun kamer terug. We zetten lekkere verse koffie voor de bewoners in onze huiskamer. We kunnen dan even tv kijken of een spel doen bv rummikub. Maar de laatste dagen hebben we heel gezellig met elkaar op het balkon mogen zitten en genoten van het mooie weer. Tussendoor zijn er natuurlijk de nodige kleine zorgtaken (toiletbezoek e.d.) Aan het einde van de dienst zetten we de spullen vast klaar voor de ochtendploeg, zodat zij prettig kunnen opstarten.
Wat vind je leuk en minder leuk aan je werk?
Minder leuk in mijn werk is de tijdsdruk waar we mee te maken hebben. Ik zou heel graag meer willen doen met en aandacht hebben voor de bewoners, maar de tijd ontbreekt. Helaas hebben wij ook te maken met personeelstekort net als heel Nederland. We willen veel voor onze bewoners betekenen, we willen niet alleen kleinschalige zorg, maar ook warme zorg bieden. Dit kan alleen door goed te luisteren, te rapporteren en met de zorg op 1 lijn te zitten. Hiervoor is tijd en geduld nodig. De manager VVT is hierbij betrokken, en er gaat wat veranderen. De dienst is nu verlengd en er komt extra hulp. Een aantal taken komen ook te vervallen, zoals koffie rondbrengen op de gangen in ochtend. De bewoners die niet naar de huiskamer willen komen kunnen op hun eigen kamer koffiezetten. Zo blijft er voor de woonhelpende meer tijd over om iets op de huiskamer te doen. We zijn een open instelling en iedereen mag zelf weten of hij/zij naar de huiskamer wil komen.
Wat ik heel erg leuk vind is om het gevoel op te zoeken en dingen te ondernemen met de bewoners. Dat kunnen heel verschillende dingen zijn zoals bijvoorbeeld een stukje uit de bijbel lezen, samen zingen of een cake bakken. Er kunnen zijn voor mensen in het laatste deel van hun leven, de palliatieve zorg, vind ik ook heel dankbaar en mooi. Dit kan bestaan uit het gewoon naast iemand zitten en zijn/haar hand vasthouden, maar ook een stukje lezen, een zacht liedje zingen of bij iemand die bijv. heel erg van breien hield een stukje breien, het getik van de naalden is dan vertrouwd. Sowieso zijn cognitieve dingen, zoals reuk, smaak, geur en voelen heel belangrijk. Het is fijn als iemand voelt dat je er bent, ook al kan diegene dat misschien niet direct kenbaar maken.
Hoe ervaar je het contact met de bewoners?
Het is voor onze bewoners heel belangrijk te laten zien en merken dat zij ertoe doen. Ik probeer heel erg vanuit de bewoner te denken. Hoe zou ik mij voelen als ik iets wil zeggen, maar het komt er dan niet uit. Dan zou ik het heel fijn vinden als iemand mij de tijd geeft zodat ik mijn verhaal kan doen en ze me in mijn waarde laten. Iedere bewoner heeft een rugzakje, en het zou fijn zijn als wij ertoe zouden kunnen bijdragen dat ze even vergeten dat ze een rugzakje hadden. Dat we met elkaar zomaar gezellig samen zijn zonder dat iets moet maar dat iets gewoon ook mag.
Ik vind het heel fijn dat ik er mag zijn voor onze bewoners, en ertoe doe voor hen. Het zit hem in kleine dingen, de knuffel of zoen op de wang. Ja, daar doe ik het voor. Daarom sta ik zo graag waar ik nu sta.
Mooiste ervaring?
Ik heb niet één maar wel meer mooie ervaringen. Er zijn er nu twee die bij me opkomen. Ik was bij een bewoonster die palliatief was. Zij vond de blouse die ik aan had zo mooi. Ze was er helemaal weg van. Zij had gekozen voor euthanasie en zou nog één keer haar verjaardag vieren. Ik heb toen mijn blouse uitgewassen en aan haar gegeven zodat zij deze kon dragen op haar laatste verjaardag. Ze voelde zich er zo mooi in. Ik heb een ruimte geregeld, zodat ze haar vrienden uit kon nodigen, en heb een bed geregeld zodat ze in alle rust die laatste verjaardag heeft kunnen genieten, hoe zwaar die op dat moment ook voor haar was. Zo draag je een klein beetje bij aan een fijn gevoel op dat moment.
En zo was er nog een bewoonster die altijd uit volle borst ‘tulpen uit Amsterdam’ zong hier op de gang. Toen zij was overleden hebben we dit samen met twee collega’s uit de zorg spontaan gezongen bij haar graf. De familie was hier zo door geraakt en vond het erg mooi dat we dit deden. Nu moet ik toegeven dat we het zelf ook niet droog hielden aan het eind van het lied. Het voelde zo goed en was zo mooi.
Wat ik nog wel echt belangrijk vind om te zeggen is dat alles wat ik doe, ik samendoe met mijn collega’s. Zonder elkaar zijn we niets. We zijn er met elkaar, voor elkaar en samen maken we dat we als team goed functioneren. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten. Mijn collega’s zijn echt heel belangrijk voor mij.
Wat betekent geloof in eigen kunnen voor jou?
Ik geloof in mijn werk en probeer er het hoogst mogelijke uit te halen. De bewoners (maar ook collega’s) geven mij een warm familiegevoel. En diezelfde bewoners geven mij de energie om door te gaan met wat ik nu doe. Met dat in mijn achterhoofd geloof ik echt dat ik op de goede weg zit. Waar deze weg mij naar toe brengt weet ik nog niet maar als ik over 10 jaar nog op dezelfde weg zit dan weet ik dat ik het goede heb gekozen voor mij en voor “mijn ”bewoners.